Part I: Strawberries and Life in a Lab
Door: Yoav
Blijf op de hoogte en volg Yoav
24 April 2006 | Brazilië, Rio de Janeiro
Hieronder volgt het eerste vrij lange deel van een stuk, dat ik heb geprobeerd in twee delen te splitsen.
Het eerste verhaalt over het leven in het lab en het tweede deel over het/mijn leven buiten het instituut.
Então, ik doe mijn wetenschappelijke stage in het:
Lepra laboratorium (Laboratório de Hanseníase)
Afdeling Mycobacteriosen
van het
Oswaldo Cruz Instituut
onderdeel van de
Oswaldo Cruz Stichting (Fundação Oswaldo Cruz, FIOCRUZ)
Het valt direct onder het ministerie van Volksgezondheid en is een vrij gerespecteerde stichting met instituten in verschillende steden in het land.
De mooie campus van FIOCRUZ in Rio de Janeiro, met enkele zeer mooie en oude gebouwen, ligt aan de noordkant van de stad en is omgeven door een ring van favela’s (sloppenwijken). Het contrast tussen campus en de wijken eromheen, die je goed kunt zien liggen is enorm. Het is een vermoeden die waarschijnlijk nog verbleekt bij die, die je in andere landen kunt vinden, maar de aanblik is nog steeds heftig. Ik ga niet beschrijven hoe het er allemaal uitziet, iedereen kent wel iemand die in India, Zuid-Amerika, Indonesië of sub-Sahara Afrika is geweest. Het beeld klopt gewoon. Het bekende vuurwerk wordt ook hier vaak gehoord uit de wijken(wordt gebruikt door de bendes als signaal, bv. aankomst van lading drugs, wouten op komst etc.). Soms horen we ook een schot, dat overigens wel ver weg klinkt. Toch, ‘balas perdidas’(verloren kogels) hebben meer dan eens iemand gedood hier in Brazilië.
Ik heb de eerste week, in afwachting van mijn begeleidster hier, Ximena, met dr. Zé, de dokter wiens appartement ik huur, rondgelopen in het miniscule kliniekje naast het gebouw van de onderzoeksafdeling, alwaar lepra-patiënten ambulant behandeld en gecontroleerd worden. Daar kan ook materiaal worden afgenomen van patiënten (uit wonden, normale huid of bloed). Zo ook van de contacten van patiënten, die soms ook zelf de ziekte krijgen. Met het bloed van die contacten werk ik, een gebouw verderop. Dr. Zé is een gerespecteerde arts, die goed leiding geeft aan de, voornamelijk vrouwelijke, arts-assistenten. Dermatologie is en blijft ook hier een vrouwenvak, naar ik hoor. Zijn inzet is tomeloos, hij maakt lange dagen@ en neemt de tijd om te luisteren naar de patiënten. Die danken de kliniek dan ook hartelijk met bijvoorbeeld een doos bonbons rond Pasen, ook degenen die weinig te besteden hebben. De logistiek rondom controle van de ziekte is vrij goed op orde. Medicatie is voorhanden en is voor de patiënten kosteloos, aangezien de Wereld Gezondheidsorganisatie ervoor betaalt.
De afgelopen ben ik dan eindelijk het andere gebouw ingaan, waar mijn lab zich bevindt. In dat lab, ongeveer de helft van de grootte van het lab, waarin ik, in het Koninlijk Instituut voor de Tropen voornamelijk in mijn eentje heb gewerkt, staan bureaus met computers, kasten en nog meer. Verder werken er minstens 5 man, soms staan er in het zaaltje 8 of 9 man. In dat tumult, heb ik ongeveer 1 vierkante meter totaal tot mijn beschikking, voor opslag van materiaal, pipetten, en bijbehorende punten. Daarop moet ik ook mijn test, de ELISA gaan uitvoeren. Weinig riant dus. Het gezelschap compenseert het echter. Alles daar is jong. 20ers, vroege 30ers. Medewerkers, studenten en stagiairen. De sfeer die er hangt is niet te vergelijken met Nederland. Het valt het best te beschrijven als een familie van grote en kleine zussen (en een paar broers). Eén (man) slikt antibiotica, staat bekend als een lapzwans en krijgt de vraag van de oudste (vrouw): “Hoe vaak moet je ze nemen per dag? Ok, ik bel je om half tien vanavond om te checken of je ze wel genomen hebt.” Voor ons is het misschien een wat moeder-achtige en controlerende manier van werken, maar het maakt wel dat ze ook als vrienden werken en leven. Ze gaan samen uit, naar concerten, geven feestjes en BBQs en dat zul je dan in Nederland ook weer niet zien. Iedereen neemt wel ’s koekjes, chocola of wat dan ook mee wat dan ook gezamenlijk weg-geknaagd wordt. Ze hebben mij hartelijk ontvangen en zich zeer behulpzaam opgesteld. Ik kan zo mee, de computer gebruiken wanneer het nodig is, uitnodigen voor een paar feestjes op zak en er wordt (voornamelijk) in het Portugees met me gekletst. Over voetbal (deed het al overal goed, maar hier nog meer, al weet ik nu niet meer voor welk van de vier clubs uit Rio ik nu moet zijn), over het land, het volk, hoe grappig het is dat zij 15 graden ijskoud vinden. Maar dus voornamelijk over Brazilië.* Er was afgelopen een afscheids-surprise-party voor Manoel, een jongen van het secretariaat/ondersteuning, die ’s avonds een opleiding volgde. Hij werd uit een speciaal-project pot betaald, omdat hij een jongen uit de favela was. Maar helaas, helaas, het geld is op en kan dus niet door. Het ziet er niet goed uit voor hem, nu hij overdag niets anders kan doen dan rondhangen in de wijk en ’s avonds maar naar school moet gaan. Dus een surpriseparty met een taart die ik zo groot nog nooit had gezien, behalve dan voor een bruidstaart. Verder allerlei hapjes en drankjes. Het was geweldig. Er werd gezongen, geklapt en de organisator en hij moesten allebei een traan wegpinken. Hij ging met iedereen op de foto, er werd gezongen en (weer) geknaagd.# Het was recht uit het hart en er werd gesproken over een mogelijkheid was om hem verder te helpen, financieel gezien.^
Met het onderzoek zelf ben ik nog niet begonnen. Het loopt niet zo efficiënt en de plannen waren zo groots. Ik zeg: terugschakelen en we maken ervan, wat we ervan kunnen maken. Ik hoop deze week echt met ELISAs van start te kunnen gaan.
Noot:
@: Wie denkt dat Brazilië en Rio alleen maar strand en chillen is, vergeet het maar. Zoals Zé zegt: “Voor elke 98 die niets doen, werken er hier 2 keihard”. Ik durf niet te spreken over hoeveel het er zijn en of het waar is, maar ik zie om mij heen mensen die keihard werken, van 7:30 tot 19:00 of zelfs 20:00. Sommigen blijven zelfs een nacht slapen in het instituut. Dat doet de ambtenaar in Nederland NOOIT! Bij dit alles verdienen ze niet best, en krijgen niet veel credits van de maatschappij. Artsen hebben het wat beide dingen betreft een stukje beter, vooral als ze in een privé-setting wat bijverdienen.
*: Het land is op een bepaalde manier in zichzelf gekeerd. Je ziet significant minder reclames voor Amerikaanse of Europese producten, zoals bv. Nike, Adidas of horloges. Ik zie evenzoveel posters voor Ice Age 2 als voor Braziliaanse films. Op de radio hoor ik voornamelijk Braziliaanse muziek. Het is nu eenmaal een ongelooflijk groot land, met zoveel verschillen en toch een verenigde liefde en trots voor vlag, bal, ritme en eigen economie. Maar het zijn geen Amerikanen. Ze weten wel degelijk wat er in de wereld gebeurd, waar Nederland ligt, dat het aan Duitsland en België grenst. Ondanks dat praten ze liever over hun eigen land dan het jouwe. Nederlandse stijl ‘beter-weten’ over de problemen in andermans land is me nog niet overkomen.
#: Ze vreten hier veel en voor een tropisch land, verrassend veel gefrituurd, zwaar deeg, chocola en taart. Met Pasen hingen er boven het hoofd rekken met grote ingepakte chocolade eieren gevuld met bonbons. Van verschillende merken, kwaliteit en prijs. De run op die krengen was ongelooflijk. Niet verrassend waren die van Garoto, Braziliaanse makelij het populairst en ook absoluut het lekkerst als je het mij vraagt. Lunch in het restaurant van het instituut is hemels en elke instelling in Nederland die zich een kantine waagt te noemen mag ’s komen kijken hoe het ook kan. Alles is buffet, waarbij je bord weegt en per gewicht betaalt. Prijs is prima en kwaliteit van salades tot steaks en ovenschotels met gedroogde kabeljauw is echt top!
^: Verschillen tussen rijk en arm zijn groot, maar ik krijg niet het idee dat er apathie of Amerikaanse stijl “wie arm is, werkt gewoon niet hard” is. Iedereen lijkt zich ervan bewust en benoemt het als ‘nosso problema’ en een schande. Ik hoor meerdere verklaringen, maar de problemen van het onderwijs worden het meest genoemd. Er is ook veel ontevredenheid over het functioneren van het instituut, plekken voor onderzoekers, toekenning van beurzen en behoud van banen. “De universiteit kan je beter niet heengaan nu, want die is toch al 3 maanden in staking.” Taferelen die wij als Europeanen en zeker als Nederlanders niet kennen. Toen ik vertelde hoe in zo’n geval de minister gewoon rustig komt spreken op een manifestatie en met vrolijke glimlachen een soort protest-manifest krijgt uitgereikt en dat het binnen 1 à 2 weken estafette-acties toch wel echt afgelopen is met de stakingspret, werd er gelachen: “Tja, Noord-Europeanen…”
Yoav
-
24 April 2006 - 11:03
Catarina Da Silva:
1 noord europeaan is in elk geval jaloers..
Klinkt goed yoey! ps: je mag blij zijn als t project half zo goed gaat als je had gedroomd dat is nog veel.. geen haast heh :) -
24 April 2006 - 13:13
Veerle:
Hai Yoav,
Zo onder het studie-ontwijkend leven dat ik momenteel leid lees ik met veel plezier je belevenissen in Rio. Klinkt allemaal erg leuk, goed en veel manana manana! Veel plezier en vergeet nooit te genieten!!'
liefs Veerle -
26 Maart 2007 - 11:26
Hwjn :
wd fgwer b7r uhr ubgr -
26 Maart 2007 - 11:26
Jojo; :
uhwebhd 3 uhdwediuh edkuwdhwkud -
04 Mei 2007 - 13:53
Jeetsbe:
BOE -
02 December 2007 - 20:59
Joris Hendriks:
Beste yoavy,
Als het goed is ga ik komende februari op stage in Rio. Ik vroeg me af hoe jij aan je kamer bent gekomen? Misschien dat je wat tips hebt waar ik kan zoeken voor een kamer? Ik hoop dat je tijd vind om mij te beantwooren. Bij voorbaat dank.
Met vriendelijke groet,
Joris Hendriks
jwjmhendriks@home.nl
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley